Formatorium Accousticum Vitum Quadrivium
Deze publicatie is wegens eerdere ziekte vertraagd en zal te zijner tijd worden uitgebracht.
De studie Formatorium Accousticum Vitum, Monadum en Quadrivium handelt over het mobiliseren c.q. het in functie brengen van Rudolf Steiners ogenschijnlijk zo immobiele Strader toneelattributen, namelijk één hoofdapparaat en drie bijzetapparaten (waarvan twee klein en één groot).
|
|
Strader Hoofdapparaat
|
Strader Eerste Bijzetapparaat
|
Dit mobiliseren betreft in de eerste plaats een ‘akoestisch in functie brengen’ van de betreffende attributen, met name het hoofdapparaat, maar toch ook een (toekomstig) drijfkracht-technisch mobiliseren van alle vier de apparaten. Het betreft een ‘vertalen’ van etherkracht in drijfkracht, op basis van onderscheiden vormfinesses van die attributen; finesses die aanleiding geven tot het opzetten van zekere getallenreeksen.
|
Het zogenoemde Strader hoofdapparaat, dat vormtechnisch gezien een octaëder suggereert, met door ‘schaaltjes’ afgedekte hoekpunten, kan isometrisch op een plat vlak worden geprojecteerd. Dan neemt het de hexagramvorm aan, met name de vorm van het zogeheten ‘sommatief-magische’ 19-hexagram, omhuld door de ‘dubbele Ouroborosslang‘. Zie voor dit proces de film Formatorium Accousticum Vitum. Dat 19-hexamgram, al dan niet (wiskundig) ‘magisch’, representeert een symmetrisch stuk honingraat, bestaande uit 19 velden.
|
Als zodanig vertegenwoordigt het een hexagram onder kleinere en grotere hexagrammen c.q. symmetrische stukken honingraat. Genoemde getallenreeksen impliceren deze hexagrammen en borduren er op voort, tot op het thema van de ‘niet-infinitiesimale priemgetaltheorie’.
|
|
Strader Tweede Bijzetapparaat
|
Strader Derde Bijzetapparaat
|
Met behulp van een specifieke akoestiek die uit het ritme van die reeksen voortvloeit wordt — althans in principe — het zogeheten ‘layapunt’ van een object aangegrepen, het desbetreffende etherische middelpunt. Wordt zo’n layapunt verplaatst, dan verplaatst zich — als vanzelf — het gehele object, hoe zwaar het ook zijn mag. Ter oriëntatie: Bij wat menselijk bewustzijn heeft, heet zo’n layapunt ‘de Roos des Harten’, waarnaar onder andere de Rozenkruisers verwijzen, of ook wel, in de bewoording van de Oude Indiërs, ‘de Lotus van de Ziel’.
|
|
De onderhavige studie zet uiteen hoe te komen tot een verplaatsing van enig ‘layapunt’ aan de hand van Rudolf Steiners Strader toneelattributen.